Na een gemaskerd carnavalsbal laat Gerda Harrandt, echtgenote van de chirurg Carl Ludwig Harrandt, de modieuze kunstenaar Ferdinand von Heidenick een portret schilderen van haar met alleen een masker en een mof op. Deze mof is echter van Anita Keller, in het geheim de minnaar van de schilder maar ook de verloofde van de hoforkestdirecteur Paul Harrandt. De foto wordt vervolgens in de krant gepubliceerd. Wanneer Paul het ziet en von Heidenick enkele vragen stelt over de identiteit van het model, wordt de kunstenaar gedwongen een verhaal te improviseren en bedenkt hij in een opwelling een vrouw genaamd Leopoldine Dur als het vermeende model. Leopoldine Dur blijkt echter een echte vrouw te zijn, wier kennismaking Heidenick kort daarna maakt.