Twee zogenaamde patrouilleagenten, Roli en Ferdinand, zijn 's nachts op pad in de Weense Höhenstrasse om vrede en orde te garanderen. Onder invloed van alcohol leidt het verhoor van de Afrikaanse Uku en zijn Oostenrijkse vriend Robert, van wie zij denken dat het een smokkelaar is, ertoe dat de twee tijdelijk worden gearresteerd. Overdag en halverwege weer nuchter hebben Roli en Ferdinand een enorm probleem: wat doen ze met de ongetwijfeld onschuldige gevangenen? Roli en Ferdinand zijn geen politieagenten meer. Maar Roli is gezegend met veel slimheid: in afwachting dat Uku en Robert als vermist worden opgegeven, gaat hij naar de ouders van Robert, doet zich voor als inspecteur en vestigt zich bij hen - in afwachting van een losgeldeis, zoals hij zegt. Afgronden openen zich